|
||||||||
|
Het zal zo’n jaar of drie geleden zijn, dat we onze loftuitingen niet spaarden over “4:30” de debuutplaat onder eigen naam van de zangeres die ons voorheen ook al bekoorde aan het hoofd van The Howlin’ Moons. Met die beide verschijningen leerde Angela ons waar het om draait bij de hedendaagse alt-Country: krachtige stem, knappe melodieën, die zo uit de sixties hadden kunnen komen, gitaren, die al eens scheurend de bocht in gaan of een twang in zich dragen. Dit is, in andere woorden, iemand die je je moeiteloos kan voorstellen op het podium van een vrijdagavondse Roadhouse. Nu, wan die road heeft Angela in de loop van het voorbije decennium haar deel wel gezien: ze is uit Ohio afkomstig en weet dus het verschil tussen kleine, onooglijke dorpjes en grijzige steden en vooral ze kent het nachtleven in beide gemeenschappen. Op de nieuwe plaat krijgt ze, als vanouds, de instrumentale ondersteuning van co-gitarist Chris Connor, wiens klanken al eens naar Ome Keith durven te verwijzen. Wat de muzikale inkleding van de songs betreft, kun je niet anders dan horen dat het werk van Lucinda Williams haar niet vreemd is: diezelfde mix van folk, rock, country en blues is waar het hier om draait, naast een stem, die je onvermijdelijk aan een jongere Dolly Parton doet denken. In mijn ogen zijn dat serieuze referenties, maar er is meer: de songs van Angela getuigen van een geweldig observatievermogen en een niet te stuiten drang om de wereld te ontdekken. Relaties, gevoelens van eenzaamheid en verlangen, de wens om jezelf aan de wereld te kunnen tonen, enfin, jezelf positioneren en overeind blijven…daar gaan de liedjes over. Met de bijzonder fijne inbreng van de pedal steel-gitaar van Brandon Bankes, wordt een onvervalste country-klank gecreëerd, maar net zo goed klinkt het volop sixties, zoals in “Star Dreamer”, waarin heerlijk van “Sha La La” en “na na na” gezongen wordt en passend in de handen geklapt. In een rechtvaardige wereld zou die song een instant radio hit worden. Ook dat is een aspect van Angela Perley: ze beheerst een geweldige scala aan muzikale dialecten en komt in alles wat ze brengt erg geloofwaardig over. “Ripple” is pure country, zoals je die hoort in films waarin linedancers hun opwachting maken, “Turn Me Loose” is een van verlangen bol staande meisjessong, “Near You” krijgt een mild psychedelisch sausje over zich heen en afsluiter “Wreck Me” komt Angela als een jonge versie van…jawel…Lucinda uit de verf. Alles samen is dit een erg knappe, gevarieerde en doorleefde plaat van iemand die al heel lang “een belofte” wordt genoemd, maar die stilaan op de Grote Poort komt kloppen. Ik ben er zeker van dat dat niet vergeefs zal blijken, want Angela Perley heeft het werkelijk allemaal in zich ! (Dani Heyvaert)
|